Hoe is het allemaal begonnen?
In 1958 zijn Weilburg en Privas begonnen met het stedencontact. Dat had te maken met een Frans-Duits vriendschapsverdrag dat die twee landen na de Tweede Wereldoorlog met elkaar hadden gesloten. Privas en Weilburg vonden na enige jaren dat het best goed zou zijn om er nog twee steden bij te halen. Tegelijkertijd was Zevenaar bezig om zich te oriënteren over een stedenband. Privas had intussen Tortona gevonden (1963) en twee jaar later klikte het ook tussen Weilburg en Zevenaar.
De Zevenaarse gemeenteraad heeft in oktober 1965 besloten om een stedenband aan te gaan.
Vanaf dat moment was er dus officieel sprake van het stedencontact Privas -Tortona – Weilburg – Zevenaar.
De gemeenteraad heeft in 2007 besloten dat de stedenband met Tortona en Privas met ingang van 2008 werd beëindigd.
Waarom een stedencontact?
In het voorstel dat destijds aan de gemeenteraad is uitgebracht werd allereerst gesproken over het nut van contacten met buitenlandse gemeenten voor het aankweken van een Europees saamhorigheidsbesef. Dat besef diende te worden gezien als een noodzakelijke aanvulling van het streven naar samenwerking en integratie in Europa. Het gemeentebestuur vond dat het tot haar taak behoorde de bevolking daarover voor te lichten en in dat verband werden de uitwisselingen gezien als een visuele voorlichting. Die contacten – zo werd verder nadrukkelijk gesteld – zijn vooral waardevol als zij zo breed mogelijk worden opgezet en als de bevolking daarbij zoveel mogelijk wordt betrokken.
De praktijk van het stedencontact.
Er zijn verschillende positieve kanten aan het stedencontact. Allereerst is daar de invulling van de doelstelling:
- Laat mensen uit Europese steden op de meest gewone manier met elkaar kennismaken, elkaar leren kennen.
- Geef hen de kans te ontdekken dat er gewoon verschillen bestaan tussen de manier van leven in bijvoorbeeld Weilburg en Zevenaar.
- Laat hen ook respect opbrengen voor die verschillende levensstijlen.
Met “op de meest gewone manier” wordt in het stedencontact vooral gedoeld op “zonder allerlei ingewikkelde verdragen en officieel gedoe”, het moet vooral betrekking hebben op contacten tussen gewone mensen. Daarom is van het begin af aan ook bewust gekozen om de deelnemers in gastgezinnen (en dus niet in hotels o.i.d.) onder te brengen.
Welnu, die doelstelling wordt nu al ruim 50 jaar op een goede manier in praktijk gebracht via jaarlijkse uitwisselingen en allerlei contacten tussen verenigingen en instellingen. Een ander positief punt is dat er vaak “nieuwe mensen” meedoen aan de verschillende activiteiten. Met andere woorden: het stedencontact blijft gelukkig niet beperkt tot een klein kringetje van mensen, maar heeft in de loop van de jaren breed ingang gevonden in alle lagen van de bevolking van de zustersteden.
Recente ontwikkelingen.
Corona heeft er voor gezorgd dat de activiteiten van de stedenband ruim twee jaar hebben stil gelegen. Maar nu kan er weer worden gewerkt aan het opstarten van contacten en uitwisselingen.
Daarmee is een begin gemaakt op 17 en 18 mei jl. Burgemeester Johannes Hanisch was met vier Weilburgers in Zevenaar. Zij hebben met burgemeester Lucien van Riswijk en het Zevenaars Comité voor het stedencontact overlegd hoe de stedenband als het ware opnieuw kan worden opgestart en hoe die toekomst het best vorm kan worden gegeven.
De twee burgemeesters hebben nog eens onderstreept dat juist in deze tijd – zie wat er in Oekraïne gebeurt – de interne Europese vriendschap van groot belang is. Er is ook geconstateerd dat een aantal tradities binnen de meer dan 55 jaar bestaande stedenband niet meer passen in deze tijd. Zo zijn grootschalige bezoeken over en weer voorbij en bij verenigingen is minder animo voor wederzijdse uitwisselingen (waarbij ook geldt dat het verenigingsleven in de twee steden nogal van elkaar verschilt).
De komende tijd wordt meer aandacht gegeven aan kleinschalige contacten en individuele bezoeken. Hierbij moet worden gedacht aan uitwisselingen van bedrijven en organisaties, waarbij de medewerkers elkaar informeren over vaktechnische en organisatorische (digitale) zaken. Er zal ook meer informatie aan de inwoners worden gegeven over het bezoeken van (toeristische) activiteiten in de beide steden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Buitenblik en Muziekstad Zevenaar, de Brunnenconcerten en Weihnachtsmarkt in Weilburg.
De bestaande en goede contacten tussen het Liemers College en de Jakob Mankelschule en de brandweerkorpsen worden verder ondersteund en gestimuleerd.
Met een rondleiding door het gemeentehuis en de Turmac Cultuurfabriek en een rondrit door de gemeente kregen de Weilburgers te zien hoe het staat met de ontwikkeling van Zevenaar. Het was tegelijk een goed voorbeeld van hoe vorm en inhoud kan worden gegeven aan een andere, nieuwe manier van uitwisselingen.
De stedenband tussen Weilburg en Zevenaar is bepaald niet achterhaald want de vriendschap tussen Europese volkeren is belangrijker dan ooit.